Een interview met Martin Vrijland van een uur. Dat is een lange zit kan ik u vertellen, maar ik heb me voor u opgeofferd. Zo ben ik dan ook wel weer.
Mevrouw Myra beklaagt zich er bij aanvang al over dat het thema van deze uitzending al voor het interview plaats heeft ruim besproken is (maar dat zal de bedoeling van het vooraankondigen toch ook geweest zijn) en zij allerlei foto’s van in elkaar geslagen homo’s toegestuurd heeft gekregen. “Maar ja, daar gaat het helemaal niet om” wat Myra betreft – en ook niet wat Martin Vrijland betreft.
Nee, “homoseksualiteit moet niet gepromoot worden in het onderwijs”. Martin Vrijland gaat er gretig op in; niet alleen vindt hij de berichten over gepeste en mishandelde homo’s overdreven, hij ziet veeleer een actieve promotie gebeuren waarbij mensen “homo moeten worden”.
Zijn interviewster richt zich vervolgens op discriminatie in het algemeen en haalt er wat cijfers bij; discriminatie van oudere en vrouwelijke Nederlanders komt vaker voor dan de discriminatie van homoseksuelen. Wat iebelig vraag ik me af hoeveel van hen de laatste jaren op straat mishandeld werden of hun woning werden uit gepest, gewoon omdat ze oudere zijn of vrouw.
Martin Vrijland meent vervolgens dat “men zich moet afvragen hoe groot de scheidslijn tussen homofilie en pedofilie is”. Daarbij gebruikt hij het ontstellend aantal gevallen van kindermisbruik binnen de katholieke kerk en de doofpotcultuur aldaar als argument. Die scheidslijn, zo concludeert hij, zit “natuurlijk in de leeftijdsgrens”. Om maar een paar open kerkdeuren in te trappen.
Hetero-, homo- en biseksuelen vallen inderdaad per definitie op volwassen exemplaren, in tegenstelling tot pedoseksuelen, die opgewonden raken van een kindergestalte. De ongelijkwaardige relatie tussen een volwassene en een aan diens grillen overgeleverd kind is niet te vergelijken met hetgeen volwassen mensen met elkaars wederzijdse toestemming onder elkaar uitspoken.
Het interview kabbelt voort. Martin Vrijland meent dat het pas misbruik is als er iemand is die zegt “ik ben misbruikt” en daarmee komt hij dan op de reden voor “het promoten van seksueel opvoeden vanaf de wieg”. Als je het seksueel opvoeden noemt dan is het niet misbruik, aldus meneer Vrijland.
Daarbij refereert hij continue aan een powerpoint presentatie van een J. Hermans op de site van het FWOS, het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit. Die presentatie hoort bij een symposium dat plaatsvond in 2008 en dat over “De seksuele opvoeding” ging.
Tijdens het interview stelt meneer Vrijland dat “zij vinden dat kinderen vanaf de wieg al aangeraakt mogen worden, feitelijk zeggen ze het kind komt in de baarmoeder al klaar en na de geboorte moet je het helpen”. Wie dat niet gelooft moet het een en ander maar nalezen op ’s mans website. Ik zat met mijn oren te klapperen, wát zegt hij nu? Zijn ze daar nu helemaal betoeterd bij dat FWOS!
Ik heb zijn raad opgevolgd, tegen beter weten in maar toch, en ben op zijn site gaan kijken en daar schrijft meneer Vrijland onder andere dit;
2. Opvoeden begint in de wieg. Dat geldt ook voor de seksuele opvoeding
• De baby maakt zichzelf (klaar) in de baarmoeder
• Na de geboorte vraagt hij/zij om hulp (kortom help uw baby klaarkomen)
• Wederkerigheid is essentieel voor het opvoeden (kortom de baby mag ook aan uw geslachtsdeel zitten en u mag ook klaarkomen)
Als ik dat zo lees komt inderdaad mijn ontbijtje terug omhoog. Natuurlijk besluit ik die powerpoint presentatie nog even voor mezelf te gaan bekijken. Tot mijn verbazing staat daar niets van het dikgedrukte bij, dat is van de hand van meneer Vrijland.
Zonder de aan- en invullingen en insinuaties van Martin Vrijland ziet dat er opeens heel anders uit. Niet alleen gaat het hier over de opvoeding in het algemeen en niet over de seksuele opvoeding specifiek (die vindt u twee dia’s verderop) maar het blijkt toch allerminst over masturbatie door het al dan niet ongeboren kind te gaan!
Meneer Vrijland beweert vervolgens dat er in die powerpoint presentatie het, volgens dat “concept van wederkerigheid in de opvoeding”, zo zou zijn dat een ouder een kind bij masturbatie zou moeten helpen. “Kortom, ze zeggen eigenlijk, en dat staat in die powerpoint presentatie zeg maar, als jij het kind aanraakt dan mag het kind ook jouw geslachtsdeel aanraken”.
Ik heb die powerpoint presentatie meermaals gelezen. Zo ook het verslag van dat symposium.
Gelukkig staat er niets van dat al.
Het gesprek verschuift naar allerlei vormen van discriminatie. Geweld tegen homo’s bestaat en dat zijn dan vaak Marokkanen, aldus mevrouw Myra. Martin gooit het op een homo-agenda van de Nieuwe Wereldorde. Meer homokoppels betekent een kleinere populatie mensen én meer IVF en Martin meent dat bij IVF genetische manipulaties plaatsvinden. Ondertussen zou men pedofilie kweken door die wederkerigheid, die kinderen inmiddels aangeleerd zou worden, en dat valt of staat weer met meneer Vrijlands beweringen over het FWOS.
Wanneer Myra wat onbenullig stelt zich gediscrimineerd gevoeld te hebben omdat een man, waar zij een oogje op had, op mannen bleek te vallen haak ik bijna af.
Dan zet Martin Vrijland de natuurtroef in. Martin heeft nog geen diersoort gezien waarbij homofilie net zo veel voorkwam als bij mensen. Statistisch gezien, zo vertelt hij, komt homofilie niet veel voor bij zoogdieren. Ook de evolutieleer zet hij en passant op losse schroeven; “als wij van de zoogdieren afstammen hoe kan het dan dat er bij geen enkele zoogdiersoort homofile of pedofilie voorkomt?”
Ai. Homoseksualiteit komt welzeker voor onder zoogdieren, zo maar in het wild zelfs. Bij zo’n vijfhonderd verschillende diersoorten heeft men homoseksueel gedrag waargenomen én dat gedocumenteerd. Een meneer Bruce Bagemihl schreef er een heus boek over. Paarden, wasberen, leeuwen, koeien, koala’s, bonobo’s, chimpansees – die doen allemaal aan homoseksualiteit. En dan beperk ik me tot de zoogdieren, maar ook onder vogels, vissen, amfibieën, reptielen en insecten is dat te zien.
Met de hermelijn kunnen we zelfs stellen dat pedoseksueel gedrag bij toch in elk geval een zoogdier voorkomt.
Of dat nu voor de mens moet bepalen of zulk gedrag ook ethisch verantwoord is wil ik graag en stellig betwisten. Het is een drogargument.
Uiteraard komt het ook nog op de zaak Anass. Meneer Vrijland speculeert en insinueert ongegeneerd verder en zijn gastvrouw laat schielijk iedere gelegenheid liggen om eens kritisch door te vragen op die, toch inmiddels duidelijk gebleken, onbetrouwbare verbale stortvloed aan “informatie”.
Mevrouw Myra vraagt, aan de hand van een relaas over de begrafenis van Anass, aan Martin Vrijland of de kennelijk daar aanwezige politie daar was omdat Anass bij leven gepest zou worden. Men vreesde dat die pesters bij de begrafenis aanwezig zouden zijn en hun aanwezigheid tot ongeregeldheden had kunnen leiden. Vrijland beweert (00:46) dat de familie nooit heeft aangegeven dat Anass gepest werd, laat staan dat ze daar boos om zegden te zijn geweest.
Ah. Nochtans staat mij helder voor de geest dat in het interview op Jalal.tv (even klikken naar het tabblad Exclusief) vader Aouragh dat juist wel doet, ik schreef er zelfs over in mijn blog “Anass“. Ook dat filmpje heb ik nog maar eens van voor tot achter bekeken. Met mijn geheugen blijkt vooralsnog niets mis; op drie minuten in het filmpje vertelt de vader letterlijk dat hij boos is op de school waar Anass op zat. De jongen “werd heel veel gepest op school”. Volgens meneer Aouragh wisten de leraren daarvan, de directeur, iedereen op school en “ze hebben niets gedaan”. Heel, heel, heel veel gepest. De school is schuldig, zelfs.
Dat is dus een aperte leugen van meneer Vrijland.
Wanneer haar apparatuur het af laat weten is dat Myra argument genoeg, Martin Vrijland móet dan toch wel op het juiste spoor zitten. De laatste seconden tikken weg en wat blijkt? Meneer Vrijland had geen bereik…
Dat verraste me nou eens niets.